Wat is een slaapprobleem?

Heeft je kind een slaapprobleem?
Veel ouders vragen zich af wanneer het slaappatroon van hun kind als problematisch kan worden beschouwd. Het helpt niet dat ouders vaak aan elkaar vragen of hun baby al 'doorslaapt', waarbij de slaap van hun kind wordt vergeleken met die van vrienden. Als jouw kind dan nog niet doorslaapt, kan dat je als ouder onzeker maken en je nog vermoeider laten voelen.

Wanneer spreken we van een slaapprobleem?
De meningen over wanneer je van een slaapprobleem kunt spreken, verschillen. Over het algemeen is men het erover eens dat een kind jonger dan zes maanden niet per se hoeft door te slapen. Vanaf zes maanden kan een kind leren zelf in slaap te vallen, maar pas vanaf acht maanden zou het kind consistent kunnen doorslapen. Dit hangt natuurlijk ook samen met de nachtvoedingen die een baby nodig heeft.

Wat gebeurt er in die eerste maanden?
In het lichaam van een baby gebeurt er ontzettend veel in de eerste zes tot acht maanden. Een interessant wetenschappelijk artikel van Eleanor Bathory1 beschrijft hoe de slaapfysiologie zich ontwikkelt en welke rol de omgeving hierin speelt. Zij legt uit hoe het samenspel tussen de ontwikkeling van het circadiane ritme, de slaapdruk en de omgevingsfactoren kunnen zorgen voor goed slaapgedrag. Slaapdruk kan je vergelijken met ‘het vollopen van het emmertje’, de behoefte aan slaap neemt toe als een kind moe wordt en is afgenomen na voldoende slaap.

Bijvoorbeeld, in de ochtend stijgt het cortisolgehalte, wat de lichamelijke processen op gang brengt. Als dit samengaat met blootstelling aan daglicht, wassen, aankleden en voeden, ontstaat er een sterke combinatie die het kind helpt wakker te worden. Aan de andere kant, als het tegen de avond slaaptijd wordt, stijgt het melatoninegehalte. Dit hormoon, gecombineerd met rustig spelen, het donker maken van de kamer en een bedtijdroutine, helpt het kind om beter in slaap te vallen.

Hoe kun je het slaapritme beïnvloeden?
Gelukkig kun je als ouders dit proces een beetje sturen. Door consistent te zijn met routines en de juiste omgevingsfactoren te creëren, kun je helpen het slaapritme van je kind te reguleren. Dit betekent bijvoorbeeld het gebruik van daglicht en een vaste ochtendroutine om wakker te worden, en een kalme, donkere omgeving en een vast bed ritueel om naar bed te gaan.

Onthoud dat elk kind en elk gezin uniek is en dat het tijd en geduld kan vergen om een consistent slaappatroon te ontwikkelen!

Referentie
Bathory, E., & Tomopoulos, S. (2017). Sleep Regulation, Physiology and Development, Sleep Duration and Patterns, and Sleep Hygiene in Infants, Toddlers, and Preschool-Age Children. Current Problems in Pediatric and Adolescent Health Care, 47(2), 29-42. doi:http://dx.doi.org/10.1016/j.cppeds.2016.12.001